Titre : |
Gids voor sociale reglementering in ondernemingen : Speciale editie: Het tijdskrediet |
Type de document : |
texte imprimé |
Auteurs : |
Francis Verbrugge, Auteur |
Editeur : |
Mechelen : Kluwer |
Année de publication : |
2012 |
Autre Editeur : |
Partena HR |
Importance : |
85 p. |
ISBN/ISSN/EAN : |
978-90-465-4817-2 |
Langues : |
Néerlandais (dut) |
Note de contenu : |
De kosten die gepaard gingen met het groeiende succes van het tijdskredietstelsel, noopten de regering om begin december 2011 het tijdskredietstelsel te hervormen door vanaf 1 januari 2012 de situaties te beperken waarin een werknemer nog aanspraak kon maken op onderbrekingsuitkeringen. Deze beslissing vormde de aanzet tot de publicatie van het koninklijk besluit van 28 december 2011 (BS 30 december 2011, ed. 5).
De uitvoering van deze maatregel leidde echter tot een aanzienlijke discrepantie tussen enerzijds de toegangsvoorwaarden voor het tijdskrediet die vastgelegd zijn door de CAO nr. 77bis en anderzijds de toekenningsvoorwaarden voor de onderbrekingsuitkeringen. Deze situatie zorgde uiteraard voor heel wat moeilijkheden, wat de sociale partners er toe heeft aangezet om het tijdskredietstelsel fundamenteel te herzien door middel van een nieuwe 'architectuur' en aanpassing aan de nieuwe vergoedingsregeling die door de regering wordt opgelegd.
De onderhandelingen in de Nationale Arbeidsraad hebben geleid tot het sluiten van de interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 op 27 juni 2012. Deze CAO, die van kracht is sinds 1 september 2012, vervangt voortaan de CAO nr. 77bis, die echter van toepassing blijft in een bepaald aantal gevallen. De CAO nr. 103 heeft niet enkel de toegangsvoorwaarden tot het tijdskrediet verstrengd. Ook de duur van de periodes die recht geven op een onderbrekingsuitkering wordt beperkt. Dit gebeurt in functie van de motieven die al dan niet opgegeven worden door de werknemer.
Met deze nieuwe architectuur van het tijdskredietsysteem (voortaan: tijdskrediet ‘zonder motief’, tijdskrediet ‘met motief’ en tijdskrediet 'eindeloopbaan'), hebben de sociale partners meer klaarheid geschept. Het systeem is voortaan ook vlot leesbaar door de harmonisatie van de voorwaarden inzake anciënniteit, loopbaan, tewerkstelling en leeftijd. Niet onbelangrijk is ook de vereenvoudiging inzake neutralisatie van alle tijdskredietperiodes, ongeacht de gekozen formule. Op die manier kan er vlotter overgeschakeld worden van het ene tijdskredietstelsel naar het andere.
De toepassing van de CAO nr. 103 blijft in vele opzichten echter nog complex en kan leiden tot interpretatieproblemen. Bovendien brengt dit op praktisch vlak ongetwijfeld moeilijkheden met zich mee wat betreft de verrekening van de uitgeoefende rechten in toepassing van de CAO nr. 77bis en in het kader van de 3 geldende tijdskredietstelsels.
|
En ligne : |
http://partenahr.be |
|  |